Lessico


Jan van Gorp
Ioannes Goropius Becanus

Nato il 23 giugno 1519 a Gorp - morto il 28 agosto 1573 a Maastricht. Becanus deriva dalla latinizzazione della città di Beek - oggi Hilvarenbeek - nei cui pressi si trova Gorp, nella provincia olandese del Brabante Settentrionale il cui capoluogo è 's-Hertogenbosch.

Le notizie riferite da Aldrovandi sono contenute nel libro VII di Gothodanica, che è una sezione dell’opera di Goropius intitolata Origines Antwerpianae, sive, Cimmeriorum Becceselana, Novem Libros Complexa (Antwerp, Plantin, 1569).

“In Origines Antwerpianae dimostrò su basi etimologiche che il linguaggio originale perfetto era stato l’olandese, in particolare il dialetto di Anversa. Gli antenati degli abitanti di Anversa erano i Cimbri, diretti discendenti dei figli di Iafet, il quale non era stato presente sotto la torre di Babele e che, di conseguenza, era stato risparmiato dalla confusione delle lingue. Goropius sostenne che una simile tesi era pure comprovata dal fatto che l’olandese possiede il più alto numero di parole monosillabiche nonché una ricchezza di suoni superiore a tutti gli altri linguaggi e che aveva favorito al massimo grado la formazione di parole composte.” (da The Dream of a Perfect Language, a lecture presented by Umberto Eco, November 26, 1996)

“Goropius Becanus (Jan van Gorp) con Origines Antwerpianae (1569),dopo aver ammesso tutte le argomentazioni sulla perfezione lessicale dell'ebraico, le ritrova riflesse nella sua lingua madre, l'olandese. Dopo la dimostrazione genealogica, ponendo i discendenti di Iafet come antenati della civiltà neerlandese, seguono prove etimologiche talmente azzardate da essere chiamate ancora oggi "goropismi" o "becanismi". Più tardi, nel 1612, la tesi fiamminga viene ripresa da Abraham Mylius e da Adrian Schrickius protraendosi nel tempo fino al XIX secolo con il barone De Ryckholt che scrive nel 1868 La province de Liège…Le flamand langue primordiale, mère de toutes les langues. In esso si legge "il fiammingo […] solo è una lingua, mentre tutte le altre, morte o viventi, non ne sono che dei dialetti o dei gerghi più o meno mascherati". È evidente come i toni diventino più forti, e come con prepotenza si voglia dominare sulle altre lingue.” (da: Universal Networking Language: dal mito della Lingua Universale al "traduttore" globale - Tesi di Laurea in Scienze Politiche di Fabio Cabrini, 2001)

Johannes Goropius Becanus

Geboren op donderdag 23 juni 1519 in Gorp; zijn gelatiniseerde naam is afgeleid van zij geboorteplaats Gorp en de nabijgelegen gemeente Beek, het huidige Hilvarenbeek; zijn eigenlijke naam was Jan Gerartsen van Gorp, studeerde wijsbegeerte en geneeskunde in Leuven, en werd geneesheer aan het hof van Karel V. Later vestigde hij zich in Antwerpen (1554) en werd hij zowel stadsarts als lijfarts van Filips II. Van der Aa: 'Doch Becanus, verdriet in het hofleven krijgende, en vervolgens een tegenzin in de praktijk der medicijnen, nam het besluit die te laten varen, ten einde zich geheel op de beoefening der fraaije letteren en der oudheid toe te leggen.'

Becanus schreef Latijnse gedichten, maar vooral veel oudheid- en taalkundig werk. Hij was zeer geleerd, beheerste vele talen, maar werd soms gehinderd doordat hij, zoals Van der Aa het noemt, 'een hoofdig man' was, 'zeer verslaafd aan zijne eigene zonderlinge begrippen, en in wiens geest een zeker verwarrend enthusiasmus plaats vond, welke hem vreemde doolpaden deed bewandelen.'

Het bekendste doolpad uit het werk van Becanus is de stelling in Origines Antverpianae (1572) dat Adam en Eva in het aards paradijs Vlaams hebben gesproken. Zelfs hun namen waren, zegt Becanus, van oorsprong Vlaams. In vertaling: 'Adam is hetzelfde als Hath-Dam, een dijk die is opgeworpen tegen de haat [...] Eva, dat betekent Eu-Vat, het vat waaruit de mens is voortgekomen; ofwel Eet-Vat, het vat van de eed, want het Woord moest uit haar geboren worden...' Het aards paradijs zou in Vlaanderen hebben gelegen.

Zijn laatste levensjaren bracht hij door in Luik. In 1572 werd hij door hertog Celi van Medina als arts naar Maastricht ontboden, en in die stad werd hij ziek en overleed hij op zaterdag 28 juni. Hij werd begraven in Maastricht in de kerk van de cordelieren, waarvan Moréri zegt 'où on voit son tombeau', maar of de kerk nog bestaat en het graf nog te zien is, is ons momenteel niet duidelijk.

In Hilvarenbeek, en op het landgoed Gorp en Rovert in het bijzonder, is Goropius nog niet vergeten. In restaurant de Nieuwe Hoef, op het landgoed, hangt nog steeds het uithangbord van een herberg die tot 1912 daar in de buurt stond, en die 'In het Paradijs' geheten was. Vlakbij ligt ook de Hoeve waar Goropius geboren zou zijn, en in een muur zijn een plaquette en Goropius' buste ingemetseld.

Bronnen
André Blavier, Les fous littéraires; Parijs 1982.
B.W. Duijvestijn, 'Johannes Goropius Becanus', in: Brabantse biografieën I, Amsterdam 1992
.

(da www.cubra.nl/dodenakker/goropiusbecanus.htm)